|
"The Six Boissevain Daughters" by Thérèse Schwartze
(1916). L to R, front row: Teau, Mary, Heentje, Emily
Héloïse. Behind: Els and Dieuke. Portrait is
in the Amsterdam Museum. |
Charles E. H. Boissevain (1868-1940) was the eldest of 11 children of Charles and Emily Boissevain (Gen6). He was born May 9, 1868.
Singer and Music Lover
He was extremely musical and my mother said he was viewed as having the singing talents of a Caruso, but needed to work in business to support his family of ten children.
Charles E. H. used both his musical and his business skills as a longtime member of the Board of the Amsterdam Concertgebouw during his crucial formative years.
He helped sustain Willem Mengelberg as the Concertgebouw's famed conductor, some said the greatest conductor in the world of his day.
My mother told me that Charles E. H. introduced her to Mengelberg in 1930.
His Wife Marie Pijnappel
On February 19, 1891, he married Marie Pijnappel, who was born July 10, 1870. She had what was then called, my mother told me, a "masculine brain", and she was elected first to the Amsterdam City Council and then to the Dutch Parliament, where she was the first woman member.
Marie was, my mother said, "as prickly as her name suggests". She wished no Bohemian household, and when one of her six daughters was returned to her from the hospital, she waved away the governess who was with her and said: "Take her away, she smells of iodine." She helped make her husband a business success.
His Business Fortune and Collapse
Charles E. H. was one of several in his family involved in the chemical fertilizer industry. He dealt with Germany's I. G. Farben, which through a 1925 merger of six companies became the largest chemical company in the world (and was infamous for making the Kyklon B gas used in the gas chambers). In 1936, when Hitler had consolidated his power as demonstrated by the Olympics in Berlin, the German government cast around for ways to generate foreign revenue to pay for acquisition of armaments.
That year, having been misled by both I. G. Farben and three Dutch chemical companies, as described in part here, the Boissevain family lost out and several members including Charles E. H.'s son Bob were bankrupted.
Family Group (work in progress)
Charles Boissevain (1842-1927) = Emily MacDonnell (1844-1931)
The 11 children of Charles and Emily:
1. Charles E. H. (1868-1940)=Maria Barbera Pijnappel (1870-1950)
The 11 Children of Charles E. H.:11 Menso (1892-)=Lies12 Charles Hercules (1893-1946) 13 Robert Lucas (Bob) (1895-1945) = Sonja van Tienhoven. With six children, sheltered four Jewish "underdivers"; the parents and six children all won a Yad Vashem award. 14 Helena Catherina Justina (Heentje) (1897-)=D. Mesman, three children.15 Maria Cornelia (Mary) (1899-) = de Jong, four children.16 Laurens Rijnhart (1901-)17 Emily Heloise (1903-) = Holleck, four children.18 Catherina Josephine (Teau) (1905) = Huiskes, three children.19 Elisabeth Atania (Els) (1907-), three children.1A Dieuke Machteld Hilda (1910-), five children.
2. Mary (1869)
3. Alfred Gideon (1870-1923)
5. Hester (1873-1969)=Jan van Hall
9. Petronella Johanna (Nella) (1881-1957).
Portrait of Their Six Daughters (Tijhoff)
I have translated, with her permission, the following into English from a post in Dutch by Esmerelda Tijhoff, whom I met at the Boissevain Family Reunion on April 16, 2016:
The Boissevain family liked to have itself painted. In 1916
Thérèse Schwartz (1851-1918) produced the famous group portrait of the six daughters of Charles E. H. Boissevain and Maria Pijnappel.
This beautiful painting is currently on loan to the Amsterdam Museum. It was featured in the April 2016 Boissevain Reunion.
I first saw the work in 2011. I asked myself these questions: What is so special about this painting? How did it etch itself into the memory of the Netherlands?
I conducted a search for the background of the painting.
One day I visited a wonderful canal house in Amsterdam where an exhibition was held of the work of Thérèse Schwartze. She was known for her warm portrait paintings of well-off Dutch families. She had an elegant style, but her subjects were always shown realistically.
Schwartze's style was so popular that she was asked to paint members of the Royal Family. In 1896 she became the first woman to be made a Knight of the Order of Orange-Nassau. I had heard of the work of Schwartze, and traveled to Amsterdam to see the nineteenth-century Amsterdam elite through her paintings.
I went to the
Van Loon Museum, located in the house on the Keizersgracht 672. Inside you could get an impression of how the house had functioned in the nineteenth century. The decoration was done with furniture from various centuries, and the kitchen was ready for use by a nineteenth-century cook. On the walls were the grand paintings of the Amsterdam aristocracy. A perfect location, providing the right atmosphere and context for the paintings.
One painting caught my attention immediately, it is one of Schwartz's last major works: "The Six Boissevain Daughters".
Zes jonge vrouwen: een tijdsbeeld
Zes jonge vrouwen van diverse leeftijden kijken de bezoekers vanaf het schilderij zelfbewust aan. Ze leunen over een balustrade, links hangt een dik gordijn. Wellicht moet dit een balkon in een concerthuis voorstellen? Het levensgrote schilderij maakt met zijn 130,5 bij 146 cm behoorlijke indruk. De oudste was Helena Boissevain, ook wel Heentje genoemd, 19 jaar oud. Het jonge meisje over de balustrade was Dieuke, nog maar zes jaar oud.
De meisjes zijn losjes, maar toch redelijk rijkelijk aangekleed. In hun gezichten laat het karakter zich lezen. De kleding is vlug en met grove lijnen neergezet. Ze lijken ruim om de jonge vrouwen te hangen, waarbij de jurken van de oudere meisjes duidelijk zwaarder en rijker waren dan de witte kleden van de jongsten. Heentje draagt een parelmoer, zij is ten slotte al 19 en zal haar debut hebben gemaakt.
Zowel Heentje als Mary Boissevain hebben hun haar opgestoken, de jongere zussen dragen hun lange haren nog los. Lang haar was in die tijd een teken van welvaart en vrouwelijkheid. Lange haren vergde immers veel verzorgingstijd, en het beperkte je bewegingsvrijheid. Kinderen konden hun haren nog los dragen, maar als het kind een vrouw werd, moesten de haren netjes worden opgevlochten en opgestoken.
We zien dus verschillende manieren van de elite in het schilderij terug om een leeftijdshiërarchie in het gezin aan te brengen. Verschil in haardracht (los versus vast), en verschil in kledingdracht (witte kleden versus volwaardige jurken). Tot slot is er nog het verschil in attributen zoals een halsketting.
Het schilderij laat subtiel de welvaart van de dochters Boissevain zien. Dat kon ook anders, zoals dit pronk schilderij van A.G.M. van Ogtrop-Hanlo en haar vijf kinderen uit 1906 laat zien.
Thérèse Schwartze. Portret van A.G.M. van Ogtrop-Hanlo (1871-1944) en haar vijf kinderen. 1906.
Kleinkinderen of dochters van moeder?
Zo stond ik te peinzen bij het schilderij van Schwartze . Maar waren dit ‘mijn’ gezusters Boissevain waar ik momenteel een biografie over schrijf? Helaas stond ik niet tegenover de dochters van
Jan Boissevain en Petronella Brugmans. Enkele van de meisjes dragen wel dezelfde namen; er is een Helena, een Elisabeth en natuurlijk een Maria. Maar het zijn namen die in de familie zeer vaak voorkomen. Dit waren de zes dochters van Charles Boissevain.
Aanvankelijk dacht ik dat het ging om
Charles Boissevain (1842-1927), de broer van Jan, die heel bekend was omdat hij directeur was van het Algemeen Handelsblad. Niet zo gek dat ik dit dacht, want ook het Geheugen van Nederland rept over ‘
de kinderen en kleinkinderen‘ van deze Charles. Maar nadere inspectie liet zien dat het om de kinderen van diens zoon Charles Ernest Henri Boissevain (1868-1940) ging. En weer nadere inspectie gaf blijk dat hun moeder niemand minder dan Maria Barbera Pijnappel (1870-1950) was, de voorzitster van de
Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht, lid van Provinciale Staten voor de
Vrijheidsbond en algemeen voorzitter van de
Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen! Waarom Het Geheugen Van Nederland de meisjes op het schilderij omschrijft als ‘kinderen en kleinkinderen van Charles Boissevain’, de eigenaar van het Algemeen Handelsblad, is mij dan ook een raadsel. Hun opa wordt de verwijzing bij hun schilderij, en niet hun beroemde moeder?
De erfenis van Boissevain
Zoals gezegd heeft de family Boissevain aardig wat opdrachten gegeven aan Thérèse Schwartze. De schilderijen zijn via erfenissen terecht gekomen bij diverse familieleden. Dit schilderij van de zussen is door nazaat Teau Huisken-Boissevain in 1990 aan het Amsterdam Museum werd geschonken (inv.nr. SA 40866).
Van het gezin Boissevain waar ik onderzoek naar doe, zijn ook diverse portretten gemaakt, maar helaas is er geen enkel groepspotret van hen bekend. Van de beide jongste kinderen uit het gezin, Walrave Boissevain en Mia Boissevain, zijn prachtige schilderijen gemaakt die nu in privé bezit bij de familie zijn. Het schilderij van Mia is ook door Schwartze uitgevoerd, een prachtig staand portret waar Mia met een haast koninklijke houding schuin de wereld in kijkt.
Charles Boissevain door Jan Veth | Alfred Boissevain door Willem Witsen
Toch is Schwartze natuurlijk niet de enige schilder geweest die zich ontfermde over de Boissevains. Een schilderij van Jan Veth (1864-1925) is door
Jaap Versteegh in 2007 herkent als een portret van (de oude) Charles Boissevain. Veth had Charles geschilderd als onderdeel van zijn serie ‘Bekende Tijdgenoten’, waarvoor hij overigens ook een portret maakte van Schwartze. Charles zelf had ook al eens bij de bekende schilder Willem Witsen gevraagd voor een portret van zijn zoon Alfred Gideon Boissevain (1870-1922). In 2010 is dit portret in de collectie van het
Amsterdams Historisch Museum gekomen. Een klein briefje van Boissevain in 1916 aan Witsen verraad hoe Charles deze schilder op een voetstuk plaatst: ‘Ik kijk van mijn plaats aan tafel nu steeds op het aangezicht zoo vol expressie van mijn zoon Alfred, dat gij vol leven, gloeiend van kleur en als of wij hem hoorden spreken voor ons hebt afgebeeld. Welk een groot talent is het uwe en wat schildert gij mooi!’ (Willem Witsen,
Volledige briefwisseling)
Laat het mij dan weten!